 |
| Titel |
Ars Notariatvs: Dat is, Konste ende stijl van Notarischap: begrepen in Theorijcke ende Practijcke.
[Met] verklaringhe van vele duystere, zoo Latijnsche als [F]ransoysche Woorden ende Termen, diemen ghemeynlick inde Practijcke is ghebruyckende.
[All]en Practisynen / Rentenieren / Kooplieden / ende andere / seer nut / oirboir / en dienstelick. |
| Auteur |
Iacques Thuys |
| Editie |
[12e] druk
|
| Plaats van uitgave |
Rotterdam
|
| Uitgever |
Pieter van Waesberge |
| Jaar van uitgave |
1628
|
| Plaats van druk |
Rotterdam
|
| Pagina's |
XXXII+213+VIIIp
|
| Materiaal |
boek
|
| Classificatiecode |
Not T 3
|
| Samenvatting |
Notarisboek [België/Zuidelijke Nederlanden, Nederland/Noordelijke Nederlanden, eind 16e-17e eeuw]. Woordenboek.
Literatuur: A. Pitlo, Zeventiende en achttiende eeuwsche notarisboeken (Haarlem 1948), H. II. Jacques Thuys, Ars Notariatus, p. 25-32;
en: A. Pitlo en A.Fl. Gehlen, Zeventiende en achttiende eeuwse notarisboeken (2e, algeheel bew. druk, door A.Fl. Gehlen; Deventer 2004), H. II. Jacques Thuys (eind 16de eeuw - begin 17de eeuw) - Ars Notariatus, p. 9-13.
De titelpagina, p. I, vermeldt geen auteursnaam. De opdracht, p. III-IV, is op p. IV ondertekend met: 'Tot Antwerpen den 16 Augusti. 1628. V.L. onderdanich Dienaer. IacquesThuys Notaris.'
Pitlo (1948), Bibliographische lijst, p. 330, vermeldt deze druk van 1628 als 11e druk; Pitlo en Gehlen (2e druk, 2004), Bibliografische lijst, p. 193, vermeldt deze druk van 1628 als 12e druk. De titelpagina, p. I, vermeldt: 'Den lesten Druck grootelicx vermeerdert ende verbetert', welke laatste woorden op de titelpagina van elke herdruk worden herhaald, tot en met de jongste druk in de collectie van de Notariële Stichting, de 19e druk van 1675; zie daarvoor Not T 7.
Het eigenlijke notarisboek wordt voorafgegaan door een woordenboek of woordenlijst, getiteld: 'Verklaringe van diversche soo Latijnsche als Fransoysche Woorden ende Termen / die de Practisijns dagelickx ghebruycken.', p. V-XXXII, voorzien van een korte inleiding of toelichting op p. IV.
Het notarisboek bestaat uit twee delen:
1. 'Het eerste deel van Ars Notariatus, begrijpende de Theorike der Notarisen / om te leeren onderkennen de natuere van alle Contracten / ende wes daer aen kleeft.', p. 1-52.
2. 'Het tweede deel van Ars Notariatus, wesende de Practijcke vande Notarisen. In-houdende de forme ende maniere / hoe men alle soorten van Instrumenten sal minuteren ende grosseren.', p 53-213.
Het nawerk omvat twee registers en/of inhoudsopgaven:
1. 'Tafel Van het eerste Deel van Ars Notariatus, begrijpende de Theorike der Notarisen, ghestelt by Cappittelen.', dat is een inhoudsopgave, p. 213 en p. I-II.
2. 'Tafel van het tweedde deel van Ars Notariatus, wesende de Practijcke der Notarisen. Inhoudende diversche formen van Instrumenten ghestelt op d'ordene vanden A. B. C.', dat is een zakenregister, hier een register op de formulieren, p. II-VIII.
De papieren omslag is aan de voorkant, samen met de titelpagina, p. I-II, losgescheurd.
|
| Annotatie |
Notarisboek [België/Zuidelijke Nederlanden, Nederland/Noordelijke Nederlanden, eind 16e-17e eeuw]. Woordenboek.
|
| Not T 3 |
|
Notarisboek (Not) |
Km conserv. |
beschikbaar |
|